0001
Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
2267 Akten betreffende bezwaring en verpanding van ambten en domeingoederen in het Overkwartier, getiteld "Collectanea super venditione et pignoratione bonorum in ditione Ruremundense situatorum". Deels minuten, 1350-1538. Afschriften, ca. 1540 1 band
N.B. De stukken, soms in meervoud, zijn min of meer per (rent)ambt gegroepeerd. Als schutblad dient een fragment van een akte waarbij kardinaal Everard van der Mark, bisschop van Luik, conform een erin opgenomen akte van paus (Clemens VII) inquisiteurs aanstelt ter opsporing van Lutherse ketters in het hertogdom (waarschijnlijk Gelre), 1525. i
N.B. De stukken, soms in meervoud, zijn min of meer per (rent)ambt gegroepeerd. Als schutblad dient een fragment van een akte waarbij kardinaal Everard van der Mark, bisschop van Luik, conform een erin opgenomen akte van paus (Clemens VII) inquisiteurs aanstelt ter opsporing van Lutherse ketters in het hertogdom (waarschijnlijk Gelre), 1525. i
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
3. Rechten en bezittingen
3.2. Overige rechtstitels
3.2.1. Algemeen
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
N.B. Registers van stukken betreffende domeinbeheer zijn aangelegd ten behoeve van acties tot krijgen van inzicht in de staat van het domein en opsporen en herwinnen van verduisterde domeingoederen. In 1519 raamt hertog Karel de waarde der verpande domeinen per 1465 op 464.500 goudgulden; de actueel uitstaande schuldenlast op 100.000 goudgulden en stelt de kosten van hofhouding en regering op 35-36.000 goudgulden, met de opmerking dat ondanks de omstandigheden sedert 1492 meer is gelost dan bezwaard. De ontvangsten uit de domeinen dekken nauwelijks een kwartaal van de benodigde uitgaven, daarom voorstel aan de Staten 12 jaar 60.000 goudgulden toe te staan, uit schatting, accijnzen en vermogensheffing (vgl. Nijhoff, Gedenkwaardigheden VI 2, 954).
Behalve ca. 1493/1494 (zie de inv.nrs. hieronder) moeten er ook later ten tijde van hertog Karel acties tot domeinherwinning zijn geweest. In 1527 en 1529 is een aanschrijving gedaan aan de ambtlieden van Overbetuwe en Maas en Waal om de bezitters van (voormalige) domeingoederen te gelasten hun rechtstitels op straffe van verbeurdverklaring te tonen (blijkens aantekening in GldA, 0012 Gelderse Rekenkamer, inv.nr. 400, fo. 1vo; de betreffende stukken in de hand van Ghijsbertus Roover, “thans” (=1551) kanunnik te Zaltbommel, zijn ter charterkamer door de landrentmeester (in 1551) gevonden; zie ook inv.nr. 2608, deels in inv.nr. 2271 overgenomen).
Na 1538 zijn er weer zulke acties ondernomen (zie inv.nrs. 2267, 2273 en 2608).
Registers betreffende het beheer der domeinen, aangelegd ten tijde van het bestuur van hertog Willem II van Kleef, 1538-1543.
2267
Akten betreffende bezwaring en verpanding van ambten en domeingoederen in het Overkwartier, getiteld "Collectanea super venditione et pignoratione bonorum in ditione Ruremundense situatorum". Deels minuten, 1350-1538. Afschriften, ca. 1540 1 band
N.B. De stukken, soms in meervoud, zijn min of meer per (rent)ambt gegroepeerd. Als schutblad dient een fragment van een akte waarbij kardinaal Everard van der Mark, bisschop van Luik, conform een erin opgenomen akte van paus (Clemens VII) inquisiteurs aanstelt ter opsporing van Lutherse ketters in het hertogdom (waarschijnlijk Gelre), 1525.
N.B. De stukken, soms in meervoud, zijn min of meer per (rent)ambt gegroepeerd. Als schutblad dient een fragment van een akte waarbij kardinaal Everard van der Mark, bisschop van Luik, conform een erin opgenomen akte van paus (Clemens VII) inquisiteurs aanstelt ter opsporing van Lutherse ketters in het hertogdom (waarschijnlijk Gelre), 1525.
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Kenmerken
Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden