2003_419 -
194 Clara Kondewijns, weduwe van zaliger Jan van Voorst, Dor. Pouwel Sluijsken als gemachtigde van Anna en Sara ter Burch, dochters van zal. Geeske van Voorst, ehelijk geprocreeerd bij Gerrit ter Burch, licentmeester te Zwol, vermogens procuratie, op 26-02-1648 gepasseerd voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Zwolle, Arnoldus Altius, dienaar des Goddelijken woords, voor zich zelf en als man en momber zijnder huisvrouw Nieske van Voorst, mede zich sterk makende voor Johan van Voorst, nu uitlandig, en Geertruijt van Voorst, zijner huisvrouwen voorzegd broeder en zuster, Jacobus de Fereris voor zich zelf en als man en momber van Elizabeth van Voorst, de voorzegde comparanten alle (uitgezonderd Dor. Pouwel Sluijsken voriger kwaliteit) zich sterk makende voor Clara van Voorst, weduwe van Abraham Veneman, en haar onmundig kind, bij dezelve Veneman ehelijk geworven, sub et re Paulo Emilio de Fereris en Beatrix de Fereris, weduwe van Caspar de Baron, elk voor de helft een huis met een moeshof, buiten St. Janspoort aan de weg naar Emaus gelegen, tussen de gemene gang, tot de voorzegde hof en de andere particulieren hoven gehorende, ter ener- en aan de hof van Henrick Bartholomeus nagelsmith ter andere zijde, achter strekkende aan de hof van de weduwe van Jan an Aefferden;
laatste wijziging 03-12-2013